De naam Bokrijk doet bij veel mensen wellicht een belletje rinkelen. De meesten zullen spontaan aan het openluchtmuseum of de speeltuin denken. Deze twee ‘attracties’ zijn inderdaad het meest bekend en voor velen was het de bestemming van één of meerdere schoolreizen.
Het 550 ha grote domein heeft echter veel meer te bieden dan deze twee onderdelen. Het is een uitgestrekt domein met bossen, een arboretum, een Engels landschapspark, een geuren- en kleurentuin en een aanzienlijk aantal vijvers. Bokrijk maakt net zoals het aangrenzende Hengelhoef deel uit van de Wijers, een uitgestrekt vijvergebied in het hart van Belgisch Limburg.

Net zoals Hengelhoef heeft ook dit domein een rijke geschiedenis. In 1252 kochten de cisterciënzerzusters van de abdij van Herkenrode een lap grond tussen Genk, Hasselt en Zonhoven. Het gebied droeg de naam Buksenrake. ‘Buk’ betekende beuk en met ‘rake’ werd een strook grond bedoeld. In de loop der jaren evolueerde dit toponiem over ‘Bouchreyck’ tot Bokrijk.
De zusters ontgonnen het gebied en lieten er onder andere een abdijhoeve bouwen, bos aanplanten, heide ontginnen tot landbouwgrond en vijvers voor de viskweek graven. De grens van het kloosterdomein werd aangeduid met aarden wallen. De omwonenden – met name uit Hasselt – die de omliggende gemeenschappelijke woeste gronden mochten gebruiken, respecteerden deze afbakening niet altijd. Dit leidde meermaals tot conflicten. Deze aarden wallen – die later de grens zouden vormen tussen Hasselt en Genk – zijn nu nog deels in het domein herkenbaar.

Via de Fransen naar de provincie Limburg
Bokrijk overleefde net zoals Hengelhoef de privatiseringsdrang van de Fransen in de nasleep van de Franse revolutie niet. Het domein wisselde meermaals van eigenaar en de kloostergebouwen werden in de loop der jaren verwaarloosd. Rond 1890 begon de toenmalige eigenaar met de bouw van een neoclassicistisch kasteel dat werd afgewerkt door een volgende eigenaar. Dit kasteel staat er nog steeds.
In 1919 legde de Belgische staat beslag op het domein en verkocht het in 1928 aan de Belgische Boerenbond. Zij richtten het domein in als modellandbouwuitbating. Door de crisis mislukte deze uitbating wat tot het faillissement van de Boerenbond leidde.
Onder impuls van toenmalig gouverneur Verwilghen kocht de provincie Belgisch Limburg het domein in 1938. In 1953 besloot de provincie om Bokrijk in te richten als openluchtmuseum. Door in heel Vlaanderen gebouwen met culturele of historische waarde af te breken en in Bokrijk in oorspronkelijke staat weer op te bouwen, wilde de provincie vermijden dat deze gebouwen zouden verdwijnen. Na de Tweede Wereldoorlog – in een periode die werd gekenmerkt door een sterke industriële vooruitgang en een toenemende welvaart – dreigden immers heel wat van deze gebouwen uit het Vlaamse landschap te verdwijnen. Het openluchtmuseum opende de deuren in 1958, niet toevallig in hetzelfde jaar als Expo ’58: de wereldtentoonstelling in Brussel.

Het domein telt inmiddels 140 authentieke gebouwen, een ruime collectie oude gereedschappen en alledaagse gebruiksvoorwerpen. Het oudste gebouw dateert uit 1507, maar het grootste deel van de collectie bestaat uit bouwwerken van de late 17e tot einde 19e eeuw. Het gaat vooral om boerderijen en andere gebouwen die belangrijk waren voor het dorpsleven (smidse, school, bakkerij, kerk, herberg,…). De gebouwen werden gegroepeerd in drie regio’s: de Kempen, Haspengouw en Oost- en West-Vlaanderen.
Door deze werkwijze ging echter een belangrijk aspect van erfgoedbescherming verloren, namelijk de context waarin de gebouwen zich oorspronkelijk bevonden. Tegenwoordig mogen gebouwen van historische waarde in Vlaanderen enkel nog ‘in situ’ worden geconserveerd. Hierdoor zal de gebouwencollectie van het Openluchtmuseum van Bokrijk niet meer aangroeien.


Living history en koeien met een wit laken
Naast de gebouwen- en gereedschapcollectie dragen ‘historische’ figuren bij aan je reis door de tijd. Acteurs kruipen in de huid van een personage dat soms gebaseerd is op één historische figuur of een samenvoeging is van verschillende figuren Deze acteurs spelen het leven na zoals hun personage dat gedaan zou hebben in die tijd, op die plaats en in die context. Deze werkwijze wordt internationaal Living History (letterlijk: levende geschiedenis) genoemd: het uitbeelden van historische situaties door middel van rollenspel of demonstraties, al dan niet in interactie met een publiek.
Let tijdens je bezoek ook eens op de oude dierenrassen in het domein en met name op de bruine of zwarte koeien met een witte band tussen de voor- en achterpoten om de borst en de rug, het zogenaamde laken. Dit zijn Lakenvelders, een zeer oud Nederlands runderras dat reeds in de Middeleeuwen op schilderijen werd afgebeeld. Oorspronkelijk was het vooral de adel die dit ras bezat waardoor het ook wel kasteel- of parkrund wordt genoemd. De Lakenvelder wordt zowel voor de melk- als vleesproductie gekweekt.

Een rijk arboretum
Het domein Bokrijk herbergt één van de omvangrijkste plantencollecties in België. In 1965 startte men met de aanleg van het 18 ha grote arboretum dat uit verschillende tuinen bestaat: een Mediterrane tuin, een varentuin, een bostuin en een moerastuin. In het arboretum staat de nationale bamboecollectie, het bezit de grootste referentiecollectie voor hulst in Europa en is bekend voor zijn rhododendron- en azaleacollectie.
Enkele onderdelen van het arboretum zoals de kruidentuin, de moestuin met oude variëteiten en de historische hoogstamboomgaard liggen in het openluchtmuseum. Bij het kasteel en de speeltuin ligt een geuren- en kleurentuin.

Het Provinciaal Natuurcentrum
Tot voor kort was het Provinciaal Natuurcentrum gevestigd in het domein Bokrijk. Tegenwoordig kun je dit centrum bezoeken in een nieuw gebouw, net buiten het domein. In het Provinciaal Natuurcentrum kun je terecht voor het volgen van cursussen, educatieve projecten, natuureducatief advies, maar ook voor meer info over natuur en landschappen in Limburg. Het Provinciaal Natuurcentrum heeft een uitgebreide bibliotheek en is bovendien het knooppunt voor alles wat met natuurstudie in Limburg te maken heeft.

Uitgestrekte bossen en vijvers
Naast het openluchtmuseum, het arboretum en de speeltuin bestaat het grootste deel van het domein uit bossen en een twintigtal vijvers. De vijvers in het oosten van het domein – het Wik genoemd – zijn niet toegankelijk zonder gids. De vijvers in het westelijk deel van het domein worden uitgebaat als viskweekcentrum van de provincie Limburg en kunnen via een aantal bewegwijzerde wandelroutes wel worden bezocht. Op één vijver mag je – mits je een vergunning hebt – vissen. Beide vijvergebieden zijn rijk aan planten en dieren, met soorten als watergentiaan, blaasjeskruid, moerasvaren, roerdomp en ijsvogel.
De bossen in het domein zijn grotendeels aangeplant en hierdoor bijzonder gevarieerd. Naaldbossen, loofbossen en gemengde bossen wisselen elkaar af. Wat opvallend is, is het grote aantal oude en grote bomen. Velen zijn meer dan 100 jaar oud. Deze gevarieerde bossen met zijn oude bomen vormen eveneens het leefgebied voor vele planten en dieren. Spechten, boomklevers en eekhoorns zijn er slechts enkele van. In de herfst kun je in deze bossen je hart ophalen aan de vele paddenstoelen die hun kopjes hier boven de grond of uit het hout steken.


Zelf op ontdekking?
Met de 4 km lange gele route maak je kennis met het domein en de verschillende biotopen/onderdelen. Deze route leidt je wel om het openluchtmuseum heen. Wil je ook hieraan een bezoekje brengen, kun je vanaf parking 1 en 2 via de kassa het openluchtmuseum bezoeken.
De speeltuin, het arboretum en de rest van het domein (vijvers, bossen) zijn het hele jaar van 9.00 u tot 19.00 u gratis toegankelijk. Voor de actuele openingstijden van het openluchtmuseum en geplande evenementen raadpleeg je best de website.
De bijhorende wandelkaart ‘Bokrijk-Kiewit: natuur in het hart van Limurg’ kun je kopen op de website van het Regionaal Landschap Lage Kempen: www.rllk.be
Honden zijn welkom in het gebied op de wandelpaden en steeds kort aan de leiband.
Parkeren:
Parking 1 (‘parking kasteel’), Craenevenne zonder nummer, Genk(B)
Parking 2, Bokrijklaan 1, Genk (B)
Bereikbaarheid:
Met de auto: autosnelweg E 314, afrit 30 ‘Park Midden Limburg’ (Bokrijk) en volg vervolgens de signalisatie
Vanuit Hasselt/Genk: volg op de Genkersteenweg/Hasseltweg ter hoogte van Bokrijk de signalisatie naar het domein
Met de bus: vanuit Genk, de lijn G4. Vanuit station Hasselt lijn 1 en lijn 46
Met de trein: spoorlijn Hasselt-Genk, halte Bokrijk. Vanaf de halte is het 10 minuten wandelen tot de ingang bij parking 2
Meer info vind je op:
www.bokrijk.be
www.rllk.be
www.dewijers.be
Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in Limburg in Beeld, een gratis digitaal magazine over Limburg.