Sommige dagen zit het mee, sommige dagen zit het tegen als je wilde dieren fotografeert. Zekerheden heb je nooit en wijlen Frits Pölking – éminence grise van de Duitse natuurfotografie – beweerde ooit dat dierfotografie voor een aanzienlijk deel te maken heeft met geluk, en dat je je kans op geluk kan vergroten door zo vaak als mogelijk buiten te zijn.
En dus verlieten we die ochtend – na enkele ochtenden en avonden op rij de burlende edelherten vanop een (te verre) afstand te hebben gadegeslagen – met een gezonde dosis tegenzin het bed om … niks te zien. Mist: mysterieus en aantrekkelijk voor de landschapsfotografie, maar met herten in gedachten … iets minder.
Na een tijdje door mijn teleobjectief naar ‘wit’ te hebben gestaard, begon plots een grijze schim op te dagen. Een schim met een gewei. Een eerder klein gewei want het bleek één van de jongere uitdagers van het plaatshert te zijn. En hij bleek nieuwsgierig te zijn want kwam dichterbij dan enig hert de voorgaande dagen was gekomen.
Sommige dagen zit het mee, sommige dagen zit het tegen. En die ochtend zat het mee.

