Mechelse Heide

Het is wit en stil. Een dik pakket sneeuw dempt ieder geluid. Witte stilte. Enkel doorbroken door het geluid van je voetstappen die de sneeuwkristallen samendrukken.
Volledig opgeslokt door het witte landschap kan je hier uren wandelen. Alleen. In stilte.

Je staat in de Mechelse Heide in het Belgische deel van Limburg. Een topgebied, letterlijk en figuurlijk. Een hoogtepunt in de Kempen – de Hoge Kempen – en onderdeel van het gelijknamige Nationaal Park. Plots duikt het wandelpad – nauwelijks herkenbaar door de verse sneeuw – naar beneden, langs de steilrand van het Kempens Plateau, om 40 meter lager in de vallei van de Maas terecht te komen.

Gevormd door de Maas

De Hoge Kempen en de Maasvallei zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De Maas is een grillige regenrivier die in een ver verleden de Ardennen een kopje kleiner maakte en het landschap benedenstrooms met ruw geweld boetseerde. De Maas was toen nog haar eigen baas. Ze nam en gaf zoals het haar uitkwam. Een dik pakket grind, afgezet in de loop van duizenden jaren, vormde de puinkegel die we nu kennen als de Hoge Kempen. Hierin sneed de rivier terug haar weg, rusteloos op zoek naar de Noordzee. Zo ontstond de Maasvallei op de grens van de beide provincies Limburg. 45 Kilometer lang zal ze Gemeenschappelijke Maas worden genoemd.

Zonder deze Maas was de Hoge Kempen er nooit geweest. En dus ook de Mechelse Heide niet. De meeste mensen bezoeken dit uitgestrekte heidegebied in de zomer, als de Struikheide het gebied in een uitgestrekte paarse vlakte omtovert. Dan ben je zelden alleen, zeker niet overdag. Dan is het niet stil. Dan bruist de heide van geluid. Zoemende bijen die zich tegoed doen aan de nectar, een ver geluid van de autosnelweg, kleurrijke mensen die door de heide wandelen of een Roodborsttapuit die zijn stukje heide neurotisch wippend controleert.

Een vergezicht

Het gebied is echter even aantrekkelijk, zoniet aantrekkelijker tijdens de winter. De Mechelse heide is immers geen vlakke heide, maar bijzonder reliëfrijk. Naast de steilrand wordt deze heide doorsneden door verschillende droogdalen, smeltwaterdalen uit woeligere tijden. In enkele andere gebieden in het Nationaal Park Hoge Kempen stroomt door deze dalen nog een beekje, jong en frivool, net geboren op het plateau en op weg naar de Maas.

In de Mechelse Heide zorgt het golvende landschap regelmatig voor verrassingen. Zowel visueel als lichamelijk. Het klimmen of dalen door een pak sneeuw laat zich voelen, vooral in de benen. Bereik je het hoogste punt van de Mechelse Heide – het panoramapunt – op 104 meter boven de zeespiegel, dan heb je op kristalheldere, ijzig koude winterdagen een wijds uitzicht over de Maasvallei en haar twee oevers: Belgisch en Nederlands Limburg. Met wat geluk kan je in het zuidoosten ‘Den Observant’ op de Sint-Pietersberg bij Maastricht zien liggen. Op andere dagen, wanneer de lucht en de Maasvallei in sneeuwbuien of nevel worden gehuld, weet je soms niet meer waar beide in elkaar overgaan. Sneeuw verzacht niet alleen het landschap, het verbindt hemel en aarde.

Wachters van de heide

Een beetje verder dan het panoramapunt, naar het zuidoosten, staan ze dan. De jeneverbessen, als bewakers van de heide. Strak in het gelid. De typische, donkere zuilen vallen op in deze witte wereld. Ze zijn slechts met weinige, maar kunnen eeuwenlang standhouden. De stam en de takken van deze jeneverbessen zijn een wereld op zich. Hun schors is doortrokken met diepe groeven, gedraaid en gewrongen. Decennia lang – wie weet zelfs eeuwen – staan ze daar, de elementen trotserend. Korstmossen zorgen hier en daar voor minilandschappen die in de groeven van de schors ontstaan.

Een kei van een gebied

Met wat geluk, en afhankelijk van de route die je kiest, steken grote stenen hun kop uit de ondergesneeuwde heide. Zij werden opgegraven in de nabijgelegen zand- en grindgroeve en worden Maasgrindblokken genoemd. De stenen werden tijdens de ijstijden – ingevroren in grote ijsschollen – door de Maas vanuit de Ardennen naar hier gebracht. De grootste rechtopstaande steen is samengesteld uit duizenden kleinere keien die onder invloed van druk en warmte samengevoegd werden tot één massief geheel. Zo ontstaat ‘conglomeraatgesteente’.

Bevroren stilte

Het water van de voormalige zand- en grindgroeve die midden in de Mechelse Heide ligt, is grotendeels bevroren. Langs de oevers worden ingevroren zwerfkeien of restanten van de oevervegetatie kleine kunstwerken. Lopend langs de oever waan je jezelf in een museum waar je in stilte kunstwerk na kunstwerk in je opneemt. Verrassend mooi in een periode waarin het leven op een lager pitje verloopt. Dit wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de subtiele schoonheid die de winterse heide uitstraalt.

EC_20060201_0006

Zelf op ontdekking?

Parkeren: aan de toegangspoort Mechelse Heide, gelegen aan de Jozef Smeetslaan 280 in Maasmechelen (B).

Toegankelijkheid:  het gebied is nog niet met een rolstoel toegankelijk door het sterke reliëf in combinatie met plekken los zand en grind. In 2014 werd het ‘Zandloperpad’ geopend dat volledig toegankelijk is voor rolstoelgebruikers. Met een kinderwagen is de route lastig en zwaar, maar niet onmogelijk.

Horeca: camping Salamander (onderdeel van de toegangspoort).

Meer informatie: www.nationaalpark.be.
In de webwinkel of in een plaatselijke VVV kan je voor 2,50 EUR de wandelkaart Mechelse Heide kopen.

Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in Limburg in Beeld, een gratis digitaal magazine over Limburg.

error: Deze inhoud is auteursrechtelijk beschermd.