Munsterbos

In het zuidoosten van Belgisch Limburg, op een steenworp van Maastricht, ligt het Munsterbos. De ligging, op de overgang van de Kempen met zijn arme zandbodems in het noorden en het heuvelachtige plateau van Vochtig-Haspengouw met zijn rijke leemgronden in het zuiden, maakt het Munsterbos bijzonder. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is dit vierhonderdvijftig hectare grote domein meer dan bos.

Net zoals in de naam Munsterbilzen – een deel van de gemeente Bilzen waarin het gebied ligt – verwijst het voorvoegsel munster naar monasterium (abdij). In het midden van de zevende eeuw stichtte de Heilige Landrada hier een vrouwenklooster dat later zou uitgroeien tot de abdij van Munsterbilzen. De abdij lag in het centrum van het dorp. Ten zuiden van het dorp lagen de rijke landbouwgronden en ten noorden van het dorp begon ‘de armoede’ met uitgestrekte heidegebieden die in de loop van de negentiende eeuw werden ontgonnen. Eén van deze ontginningen was het Munsterbos.

In het Kempens deel herbergt het Munsterbos één van de grootste oude eiken-berkenbossen van Belgisch Limburg met een groot aantal statige bomen. De eikenbossen worden afgewisseld door naaldbossen met fijnspar, grove den, Europese lork en Corsicaanse den. Met een ondergroei van blauwe bosbes, adelaarsvaren en struikhei waan je jezelf helemaal in de Kempen. Op open plekken en naast bospaden groeien planten als boswederik, dubbelloof en valse salie. Op iets rijkere plaatsen tref je groot heksenkruid, witte klaverzuring en dalkruid aan.

In deze oude, open bossen komen maar liefst vijf spechtensoorten voor: grote bonte specht, groene specht, middelste bonte specht, kleine bonte specht en zwarte specht. De bonte vliegenvanger, boomklever en appelvink voelen zich hier eveneens thuis. Het gebied is met havik, buizerd, sperwer, wespendief en boomvalk rijk aan roofvogelsoorten. De nachtploeg bestaat uit ondermeer uit bosuil, steenuil en ransuil.

In het centrum van het Munsterbos gaat de zandbodem geleidelijk over naar leem. Het eiken-berkenbos maakt plaats voor ruigten, weilanden en eiken-haagbeukenbos. Met name in de vallei van de Elsterbeek kun je nog genieten van een bijzonder fraai beemdlandschap. Het is in dit zuidelijke deel dat je op zoek moet gaan als je de typische Haspengouwse voorjaarsbloeiers als bosanemoon, slanke sleutelbloem en speenkruid wil zien. Een andere typische plant voor Haspengouw ontbreekt hier uiteraard niet: de maretak.

Dalkruid, frêle schoonheid die het voorjaarsbos siert.
De steenuil, één van de roofvogelsoorten in het Munsterbos.

Op en top Kempens

Ook de liefhebber van natte natuur komt in het Munsterbos aan zijn trekken. In de zeventiende eeuw werden negen vijvers aangelegd. Zoals op zoveel plaatsen in de Kempen dienden deze vijvers voor de viskweek om het karige voedselaanbod in de arme Kempen aan te vullen. Enkele weilanden in de vallei van de Bezoensbeek werden omwald en gevuld met water. Zo ontstond een keten van vijvers die werden gevoed met water uit de Bezoensbeek en die met een overloop met elkaar waren verbonden. Ze konden afzonderlijk worden drooggelegd om de vissen te kunnen oogsten.

Tegenwoordig verschaft een uitkijktoren aan de rand van de vijvers een weidse blik over de vijvers, de rietkragen en gagelstruwelen. Ten noorden van de vijvers komt berkenbroekbos en wilgenstruweel voor met wateraardbei, zompzegge, sterzegge en ijle zegge in de onderbegroeiing. Deze rijke biotopen zijn een magneet voor vogels als blauwborst, kleine karekiet en waterral. Maar liefst tweeëndertig soorten libellen komen hier voor, waaronder gewone bronlibel, glassnijder en koraaljuffer. In de omgeving van de vijvers groeien egelboterbloem, blauw glidkruid en wolfspoot. Uiteraard zijn ook de amfibieën vertegenwoordigd met groene kikker, gewone pad, kleine watersalamander, alpenwatersalamander en de bruine kikker.

Met deze vijvers is het Munsterbos de meest oostelijke uitloper van het grote Limburgse vijvergebied dat tegenwoordig bekend staat als De Wijers.

Ten noorden van het vijvergebied vind je nog enkele restanten van wat ooit een uitgestrekt heidegebied was. Door het oprukkende bos te kappen, wordt een deel van deze heide hersteld. Struikheide en op de nattere plekken dopheide geven het Munsterbos hierdoor gedurende een korte periode weer een kleurrijk tintje.

Maar liefst vijf beken doorkruisen het gebied. De Zutendaalbeek en de Bezoensbeek – een bijzonderheid want de enige beek in het gebied die niet werd uitgediept – komen uit noordelijke richting vanaf het Kempens Plateau. De Molenbeek stroomt eveneens vanaf dit plateau, maar vanuit oostelijke richting. Deze beken hebben voedselarm, helder en zuiver water, iets waar de beekprik dankbaar gebruik van maakt. Beekprikken zijn geen gewone vissen, maar de enige overgebleven ‘kaakloze vissen’. In plaats van kaken hebben volwassen beekprikken een ronde zuigmond met enkele tanden. Het aalachtige lichaam is niet met schubben bedekt en ademen doet de beekprik evenmin als een vis. In plaats van kieuwen gebruikt hij zeven openingen die op een rij in zijn flank staan. Juist door zijn voorkeur voor zeer zuiver water is de beekprik erg zeldzaam in Vlaanderen en Nederland. Blankvoorn, Rietvoorn, Vetje en Kolblei zijn slechts enkele van de vissoorten die deze wateren met de beekprik delen.

De Wilderbeek en de Elsterbeek komen vanuit het zuiden (Haspengouw) en zijn voedselrijker. Deze vijf beken komen samen in het Munsterbos en verlaten het in westelijke richting als Munsterbeek die enkele kilometers verderop in de Demer uitmondt.

In de beekvalleien tref je broekbossen en enkele populierenplantages aan. Op een aantal plekken maken deze natte bossen plaats voor structuur- en soortenrijke natte graslanden. Echte koekoeksbloem, pinksterbloem, kruipend zenegroen en adderwortel zijn slechts enkele van de vele planten die deze weilanden in het voorjaar van kleur voorzien. Waar de grasmat echt nat wordt, worden nemen knolsteenbreek, egelboterbloem en moerasspirea het over.

Handen uit de mouwen

Sinds 2000 is Natuurpunt begonnen met het aankopen van delen van het Munsterbos. Inmiddels bedraagt hun eigendom meer dan honderdvijftig hectare. Om het Munsterbos in zijn oude glorie te herstellen, maaien ze de graslanden en laten er koeien grazen. De bomen en struiken die de heide in de loop der jaren hadden ingepalmd, werden grotendeels gekapt en in de bossen moeten exoten zoals Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik het veld ruimen. Hetzelfde gold voor enkele populierenplantages die plaats moesten maken voor hooiland en inheems bos. De struiklaag in de bossen wordt steeds rijker met inheemse struiken als hazelaar, lijsterbes, sporkehout en wilde kamperfoelie. Deze laatste is de waardplant voor de kleine ijsvogelvlinder, een soort die je nu weer in het Munsterbos kunt aantreffen. Andere vlindersoorten die je in het Munsterbos kan spotten, zijn boswitje, klaverblauwtje en dambordje.

Das, vos, bunzing en boommarter zijn enkele van de zoogdiersoorten die in het Munsterbos voorkomen. Zij zijn echter moeilijker te betrappen dan eekhoorn en ree. Zeker de laatste kun je in de vroege ochtend of in de late avond geregeld zien grazen in de weilanden. In de heiderestanten zoekt de levendbarende hagedis zijn kostje bij elkaar en watervleermuis, baardvleermuis en de laatvlieger zijn enkele vleermuissoorten die de nachten onveilig maken voor menig insect.

In de vroege uurtjes heb je veel kans om een ree te spotten.

Sinds 2015 volledig natuur

Het Munsterbos grenst in het noorden aan het Albertkanaal en dit was een deel van het gebied bijna fataal geworden. Het Albertkanaal is één van de belangrijkste kanalen in Vlaanderen. Het werd in 1930 werd gegraven om de vlotte afvoer van de Limburgse kolen te verzekeren en om de Antwerpse haven te verbinden met de Luikse metaalnijverheid. Een tocht van Antwerpen naar Luik duurde dan nog maar vijf tot zes dagen in plaats van zestien.

Het kanaal is onmisbaar voor de binnenvaart, drink- en koelwatervoorziening en de voeding van de Zuid-Willemsvaart en de andere Kempense kanalen. De oevers van het kanaal herbergen dan ook heel wat industriezones. Begin deze eeuw besliste de Vlaamse Regering om van het Albertkanaal één van de belangrijkste industriële assen van Vlaanderen te maken: het Economisch Netwerk Albertkanaal. Hier kon de industriële activiteit verder uitbreiden. En laat het Munsterbos nu net op de oever van het Albertkanaal liggen… Na jaren van gebakkelei besliste de Vlaamse Regering in juli 2015 om de geplande dertig hectare van het Munsterbos niet aan te snijden voor de uitbouw van het Economisch Netwerk Albertkanaal.

Een opgespoten zandvlakte creëerde ruimte voor een gepland industrieterrein.
De Sint-Amor kapel.

Het geheime leger en Sint Amor

Het Munsterbos heeft ook een rijke cultuurhistorie die verder gaat dan haar ontginningsgeschiedenis. Midden in het gebied staat een Anton Piek-gebouwtje dat zo in de Efteling zou kunnen worden gezet. De Sint-Amorkapel is een sprookjesachtig bouwwerk dat in 1950 werd gebouwd met resten van het puin van gebouwen die de Tweede Wereldoorlog niet hadden overleefd. Compleet met twee torentjes en schietgaten is deze miniburcht een eerbetoon aan de Franse pelgrim Sint-Amor die zich in de achtste eeuw als kluizenaar in Munsterbilzen vestigde.

De link tussen een andere kapel en de Tweede Wereldoorlog is veel directer. De kapel die in 1947 ter ere van het Geheime Leger – zoals het verzet hier werd genoemd – werd gebouwd, staat op de plaats waar zich een voormalige schuilplaats van de verzetsbeweging bevond. Negenenveertig verzetsleden werden hier door de bezetter geëxecuteerd. Hun namen op twee gedenkstenen zijn de blijvende getuige van deze dramatische gebeurtenis.

Zelf op ontdekking?

Het Munsterbos is vrij toegankelijk op de wandelpaden. Ga je met een kinderwagen, dan neem je best een exemplaar met grote wielen mee. Honden mogen eveneens mee op pad, maar steeds kort aan de leiband. Laarzen of stevige schoenen zijn zeker in natte periodes aangeraden.

In het Munsterbos zijn 2 wandelroutes bewegwijzerd: een blauwe wandeling van 5 km en een rode wandeling van 8 km die bij dit artikel werd opgenomen. De bijhorende wandelkaart kun je kopen op de website van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren: www.rlh.be

Parkeren:
Leroyplein, Munsterbilzen (Bilzen)

Openbaar vervoer:
– Het station in het centrum van Bilzen ligt op 3,5 km wandelafstand van de startplaats
– buslijn 10 stopt in het centrum van Munsterbilzen, dicht bij het Leroyplein

Meer info vind je op:
http://www.munsterbos.be
http://www.natuurpunt.be

Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in Limburg in Beeld, een gratis digitaal magazine over Limburg.